Wanneer ik met mijn schilderijen op het Spui ben is het hard werken en genieten. Er zijn momenten dat het lijkt alsof je op het terras zit, en de wereld aan je voorbij trekt. Mensen uit alle windstreken van de wereld trekken langs, je vangt flarden van gesprekken op die mijn fantasie prikkelen en er is tijd voor een scherts en een goed gesprek, met collega’s of bezoekers.
Een aantal weken geleden trok mij even terug in mijn boek, en toen ik opkeek zag ik een iets oudere dame naar mijn werk staan kijken. Geen vluchtige peilende blik – het lijkt wel alsof mensen, en vooral toeristen altijd haast hebben – maar ik zag een aandachtige intense bestuderende blik. Onze ogen troffen elkaar, geen woorden het zou iets verstoren. De dame, ze deed mij aan Hella S. Haasse denken, keek verder. Richtte zich zo nu en dan op een ander paneel en bleef kijken. Ik voelde mij geraakt door haar aandacht. Naar verloop van tijd keek ze me weer aan en zei: ‘Uw schilderijen zijn alsof ik een gedichtenbundel lees, ze vertellen een verhaal.’ We spraken verder over hoe te verbeelden en te verwoorden over dat wat zich diep in jezelf afspeelt, en over daar waar je bent en waar je zou willen zijn.
We zeiden elkaar gedag met een gevoel van verbondenheid.
Ik las verder in mijn boek:
De grote steden – Fragment
Niet alleen omdat ze vele mensen omvatten en groepen mensen, veel huizen, dingen en dieren, niet alleen daarom zijn de grote steden zo groot. Ze omsluiten ook veel parken, parken die eens buiten hun muren op het platteland lagen en die nu te midden van de opeengedrongen dingen nog altijd hun vrijheid hebben, de vrijheid van de lentes, de weidsheid van de herfstdagen en het bezit van de hemelen die zich verwijden, waaien en regenen. Daar gaat leven zijn stille, ongestoorde gang. Daar rijzen de sappen naar bladeren en bloesems, rijzen, staan stil en trekken zich terug in de stammen, daar is het een komen en gaan, een zingen en zwijgen van vogels, daar strekken de wateren zich uit, rusten en stralen en herhalen de dingen donker als uit een herinnering. En de eenzaamheden van de mensen vervullen de grote stad. De kleine eenzaamheden van de armen, die als lege kamers zijn, en de eenzame uren van de kinderen en de onuitsprekelijke eenzaamheden van de grote mensen die op vlakten lijken…
De dame zag waar ik naar zoek in mijn schilderijen, Rilke beschreef waar ik naar zoek, en ik voel mij dankbaar dat ik kan zoeken, en dat delen van deze tocht zichtbaar en herkenbaar voor anderen kan maken.