In de biografie over Hella S. Haasse – geschreven door Margot Dijkgraaf – word ik getroffen door een alinea die gaat over het conflict in Hella Haasses vroegere werkt tussen haar innerlijke, creatieve kracht aan de ene kant en haar verantwoordelijkheidsgevoel, de ratio en de conventie aan de andere kant. Het labyrint wordt gebruikt om dit conflict te verbeelden.
“Die sterke innerlijke drive noemt Haasse de ‘daimoon’. Uit die kracht komt de creativiteit voort, maar ook zelfkennis en persoonlijke ontwikkeling. Dat bewustwordingsproces neemt bij Haasse nooit een eenvoudige, lineaire vorm aan, maar die van een labyrint – onderaards, kronkelig en duister. De weg naar zelfontplooiing en zelfkennis is knap onoverzichtelijk. Het dolen uit zich in meander- en spiraalvormen of in concentrische cirkels. De tocht door het labyrint gaat vaak gepaard met een gevoel van verloren-zijn, van eenzaamheid. Als die fase wordt afgesloten ontstaat er een nieuwe inzicht, waarna de volgende fase, het volgende labyrint zich aandient.”
In mijn werk is het labyrint een terugkerend symbool. Bij ieder labyrint dat ik maak heb ik het gevoel dat ik een puzzelstukje van mijzelf op zijn plaats leg. Het is een oneindig bouwwerk, dat verder gaat dan de grenzen van het bestaan.
Voor mijn expositie in de Benedictushof van de Abdij vanEgmond maakte ik onderstaand paneel. Het maakt verbinding, zoals de weg van het labyrint verbinding maakt tussen de verschillende elementen en plaatsen van het leven.
![]() |
materiaal: papier – afmeting 40x40cm |
![]() |
detail |