Voorzichtig open ik vanochtend het raam. Geluiden komen naar binnen; een fietsketting die tegen het fietsenrek aanslaat, het gekrijs van een paar meeuwen die een zakje patat hebben gevonden, het getingel van een lepeltje dat zich roerend beweegt in een kopje, een scooter die niet wil starten en het gezang van de merel die zich nergens iets van aan trekt en haar hoogste lied zingt.
Samen met de geluiden komt er een zuchtje frisse ochtendlucht naar binnen, het is de wind die er voor kan zorgen dat dit ‘werk in uitvoering’ er heel anders uit gaat zien.