Selecteer een pagina

‘Ooit ga je dood’

Soms heb je van die mensen die je bij blijven.
Vorige week hielp ik mee met de creatieve workshop ‘maak je wensen bespreekbaar’ het was een onderdeel was van het symposium ‘Ooit ga jedood’. Het symposium informeert mensen met een verstandelijke beperking over uiteenlopende onderwerpen die te maken hebben met sterven en rouw.
Ik ontmoette een man, ik schat hem rond de vijftig, hij was een van de deelnemers en in het goede gezelschap van twee lieve, jonge begeleidsters naar het symposium gekomen. Zijn begeleidsters vertelden dat hij graag naar deze dag toe wilde, maar dat hij nu toch wel zenuwachtig was. Ik zag dat zijn handen en soms ook zijn lippen een beetje trilden. Voordat hij een wensendoosje kon maken moest hij eerst zijn verhaal kwijt.
Hij vertelde dat zijn moeder ziek was, dat hij bij haar op bezoek was geweest in een tehuis, ze zou niet lang meer te leven hebben, daar was hij verdrietig over, maar het was fijn dat zijn moeder weer samen kon zijn met zijn vader, die al langer geleden overleden was.
Hij had ook het graf van zijn vader bezocht, daar was hij heel erg geschrokken, want er stonden planten die hoognodig gesnoeid moesten worden, en er lagen veel afgewaaide blaadjes en takken. Hij vond het rommelig, daar werd hij verdrietig van. En vooral de buxus kon echt niet zo.
Hij had al wel een snoeitang gekocht, was nu van plan om vaker naar het graf van zijn vader te gaan, en er voor te zorgen dat het er weer netjes uit kwam te zien, dat was ook fijn voor zijn moeder.
Na het gesprek was zijn gezicht ontspannen, en waren zijn handig rustig genoeg om aan het werk te gaan. Hij koos zijn lievelingskleuren uit en begon met het beschilderen van zijn wensendoosje. Mijn aandacht richtte zich op de andere mensen en werkzaamheden.
Na verloop van tijd zag ik hem stil voor zich uitkijken, het doosje was kleurrijk beschilderd en kon nu gevuld worden met wensen die hij voor een uitvaart zou hebben. Inderdaad iets om bij stil te staan, maar wel weer met wat hulp. Zo zochten we een plaatje uit van een mooie rouwauto, knipten een plaatje uit van een mooi boeket bloemen, maar noodzakelijker was het om de dingen te noteren die hij zelf zo rondom het graf van zijn vader beleefd had.
We spraken af dat ik op zou schrijven wat hij belangrijk vond en dat hij dan de briefjes in het wensendoosje zou stoppen.
Ik schreef op dat hij een buxushaagje op zijn graf wilde, maar dat het wel netjes gesnoeid moest worden, en zo vulden we het doosje met meer briefjes. Op het laatste briefje dat in het doosje kwam schreef ik namens hem: “Ik wil dat er vrolijke muziek is op mijn begrafenis, die ze mee kunnen zingen, want je kunt niet altijd verdrietig blijven. Het mag geen BZN zijn, want die bestaan niet meer, ze moeten wel bestaan op mijn begrafenis.”
Met deze woorden ronden we onze samenwerking en de workshop af. Hij ging verder naar de andere onderdelen van het symposium. Aan het eind van de dag voelde ik onverwacht twee armen om mee heen, een dikke, woordeloze knuffel ten afscheid.
Ik wens hem in gedachten heel veel sterkte met het afscheid van zijn moeder dat hem te wachten staat. Dat komt goed als ik zo naar zijn begeleidsters kijk. Ook hoop ik dat hij nog heel lang de buxushaagjes op het graf kan snoeien en dat er ‘ooit’ iemand zal zijn die voor hem de haagjes snoeit.
Nu zet ik zelf een muziekje op dat ik mee kan zingen.
De personen op de foto staan niet in relatie tot de persoon uit bovenstaande tekst. Zij zorgden voor de muzikale omlijsting en de arbeidsvitaminen tijdens het symposium. Drumband blij met muziek uit Haarlem.